Anno XVe XXXVIJ des donnerdach den VIIJen februarij Dat voor ons quamen intgerechte Engbert Ghijsbertsz int Goeij Eerst Geritsz
te Houten Dirck Zweerss en Dirck Claess Smit tot Zelmont en gaven alse
Engbert voorsz[egd] voor hen en Gouda zijn huijsf[rouw] Eerst voersz[egd] voor hen en Alet zijn huijsfr[ouw]
Dirck Zweers vooirsz[egd] voor hen en Gertruijt zijn huijsf[rouw] en Dirk Claesz voorsz[egd] voor hen en
Alet zijn huijsfrou daer zij elcx op dese tijt wettelicke geboorte bij heben en zij gaven
alle met gesamender hant alse recht wijsde over Henrick Willemsz backer en
Goert Arijaensz als goets en erffenisse roerenden en onroerende gelt gout sulver
gemundt en ongemundt alse hem luijden in enigerwijs bijnnen Utrecht aengecoomen
en bestorve is overmits dode Anthonis Eerstensz haer en haere huijssvrouwe oom
saliger gedachte en zij vertgen daer off en van alle rechts zij en mede van
allen brieven zijn en geloefdent te waeren naer heijlige bloften pachten dach naestken[?]
en alle voorplechte off te doen die zij daer op gedaen moegen hebben ter
selver tijt geloefden Dirck Claesz voorsz[egd] alse dat hij tot alle tijden mede ovengemen{?}
sel in maniere voersz[egde] Henrick ende Goert voorsz[egd] alle goets alse hen in einige en zijn huijssi[nge]
wijs buijten Utrecht aengecomen en bestorven is onenmits[?] dode Anthonis hoers
ooms voergen[oend] onen{?} all in alle gerechte so waer die goeden gelegen moegen wese
so wanneer izj hen des vermanen off vermanen doen zonder arch | 