Wij Adriaan van Coevenhoven
schout tot Heemskerk Jan Aker en Jacobus
de Wildt schepenen aldaar ojrconde en kennen
dat voor ons gekomen en verscheenen is Cornelis
Wagemaker wonende alhier aan duijn weduwenaar
van in gemeenschap van goederen getrouwt
geweest met en volgens testament op den 28^e
april 1785 voor schout en schepenen deezer
heerlijkheijd gepasseert voor een kindsgedeelte
mede erfgenaame van wijlen Guurtje Kleijbroek
bij de welke hij in huwelijk heeft geprocreeert een
onmondig kind met naame Jan Cornelisz
Wagemaker ter eenre

Mitsgaders Louris Claasz Kleijbroek wonen
de onder Wijk aan Duijn en Cornelis Engelsz
wonede tot Castricum de eerste als oom en
te samen als gekooren voogden in dezen over
het gemelde kind ter andere zijde

ende verklaardem met den anderen geaccor
deert en overeengekomen te zijn wegens het
voornoemde kind haar meoderlijke erffenisse
ofte goederen invoegen dat hij eerste compa
rant bekende aan zijn voorn[oem]^de kind te bewijsen
en beloofde aan het zelve als wanneer hij tot
zijn mondige jaaren huwelijk of andere geap
probeerde staate zal zijn gekomen uijt te reijken
en te laten volgen een somme van twee hondert
gulden en daar en boven nog een somme van
vijftig gulden voor het aandeel in de kleederen
linnen en wolle mitsgaders goud en zilver door
zijne moeder aan dezelve haare zoon en aan
haare kinderen in eerder huwelijk verwekt _ingevolge
 

ingevolge haar voorschreeve testament gemaakt
en besprooken en onvermindert het zelve kind
te alimenteeren en te voorsien van kosten klee
deren mitsgaders te laten leeren na zijn staat
en geleegentheijd tot dat hij tot zijn mondige
jaaren huwelijk of andere geapprobeerde
staaten zo als hier voren is gemeld zal zijn
gekomen

alle t geene beweesen en voren gemeld staat
stelt hij eerste comparant het zelve ten bedwang
van alle regters en regteren

Met welk voorschreeve bewijs het voornoemde
kind toegevoegt zij laatste comparanten
verklaarden te neemen volkomen contentement
ende genoegen

ten ojrconde hebben wij schout en schepenen
voorn[oem]^t ten verleijde en begeerte voor hun com
paranten deeze onderteekent den 29^e januarij

A.v.Coevenhoven 

Jan Aker 
Jacobus de Wildt

1787