| Wij Willem Bouwensz vande Maer schout tot heemskerck Jan Lourisz alias Jan Arisz ende Corn[elis] Jansz scheepenen aldaer
oirconden ende kennen, dat voor ons gecompareert is Louris Maertensz buijrman tot castricum ende bekende bij dese vercoft quijtgeschonden ende tot vrij eijgen opgedragen te hebben aen ende ten behoeve van Louris Lourisz alias Jonge Louris onsen buijrman de gerechte helft van een stuck lants genaemt sartogenven groot ontrent int geheel drie margen een hondert vijff en dartich roeden belent aent west den Hoogh Eed[ele] heere van Assendelft, aent suijden Louris Hoogewerff ende aent noorden laeghcamp, belast met des heeren thijns voort vrij als buijren ende lendens, van welcke vercoopinge ende opdrachte hij comparant bekende al ende ten vollen vernoecht voldaen ende wel betaelt te sijn mette somme van sestien
hondert gulden gereet gelt, daer van ontfangen hebbende de laste penningh metten eersten stellende daerom de voorn[oemd] Louris Lourisz in volcoomen possessie ende eijgendomme vant voors[zegd] halve lant, belovende comparant tselve te vrijen ende te waeren gelijck als men vrij lant schuldich is te vrijen ende te waeren van alle lasten ende opstallen daer tselve voor dato deser eenichsints meede belast ende beswaert mochte sijn alles nae |