| 154 Wij Hessel Jansz Bonckenburgh schout tot Heemskerck, Louris Dircsz Kruijswech ende Jan Jansz Schouten scheepenen aldaer oirconden ende
kennen dat voor ons gecompareert is Theodorus Cuijck van Mierop, all thans woonende tot Heemskerck, ende bekende bij dese (vermogens ende uijtcrachte van het octroij hem verleent bij de Eedele Groot Mogende heeren Staten van hollant ende westfrieslant in dato den 12 feb[ruari] laestleeden) vercoft quijt- geschonden ende tot vrij eijgen opgedragen ende in eijgendomme over gegeven te hebben aen ende ten behoeve van Floris Jacobsz Limmen waert inde Roomolen op Noordorp een croft bouwlants gelegen binnen onse banne voorde laen vande huijse van Merquet groot veertien hondert vijf en veertich roeden, belent aent suijden Krijn Jacobsz weduwe aent west de kerckwech aent noorden de voorn[oemde] weduwe van Krijn Jacobsz ende aent oost de oosterwech
met belastinghe van sheeren thijns van welcke vercoopinge ende opdraghte hij comparant bekende al ende ten vollen vernoecht voldaen ende wel bet[aalt] te sijn met de somme van f. 975:0:0 contant gelt, stellen[de] daerom den voorn[oemde] Floris Jacobsz in volcoo- men eijgendomme vandien, beloofde hij comp[aran]t de voors[zegde] croft lants te vrijen ende te waeren van alle andere lasten pachten rentens ende opstallen daer tselve lant voor dato deser eenighsints meede belast ende beswaert mochte sijn alles nae rechte vande lande ende costume van onse dorpe, stelde ende verbonde hij comp[aran]t daer vooren ten onderpande sijn persoon ende |