Wij Hessel Jansz Bonckenburgh
schout tot heemskerck Pieter Jansz
Verhammen en m[eeste]r Corn[elis] Keijns sche

penen aldaer, oirconden ende kennen dat
voor ons gecompareert sijn Jacob Maertsz
outschepen binnen onsse dorpen als
starckmaeckende ende rato caverende
voor Annitjen Maertens en Guertje Maer-
tens sijne susters ende Sijmon Dircksz
Oudendijk, en Corn[elis] Lourisz Hoogewerff
 

als vooghden vande twee kinderen van[de]
voorn[oemde] Annitje Maertens dien sij verweckt
heeft bij Jan Louwrisz Hoogewerff in
sijn leven onse buerman aende oostersij
ende bekende bij desen vercoft quijtgeschou-
den in eijgendomme opgedragen en
overgegeven te hebben aen en ten be-
hoeve vande h[ee]re m[eeste]r Jan Boelkens woo-
nende binnen der stede beverwijck, een
croft geestlants genaemt de molen-
kroft gelegen binnen onsen banne tusschen
den kerck ende oosterwegen groot agt
hondert seven en tnegentich roeden belent
ten oosten de oosterwech ten suijden
Aegt Louris ten westen de kerckwegh en
ten noorden Maerijtjen Willems met de
belastinge van s'heeren thijns, van
welcke vercopingen en opdragte sij
comp[aran]ten bekenden al en ten vollen vernoegt
voldaen en wel betaelt te sijn met de
somme van vijff hondert darthien
guldens en drie stuijvers contant en
gereet gelt daer van den eersten penningh
metten laesten ontfangen te hebben
scheldende mitsdien den voornoemde h[ee]re m[eeste]r Jan
Boelkens daervan vrij en quijt beloofde
sij comparanten tvoors lant te vrijen en te waren
van allen lasten opstallen en besware-
nisse hier vooren niet verhaelt, alles naer
reghten vande landen en costume van
 

compareerde
voor onsh onder

onsen dorpe, stelde en verbonde de eerste
comparant daer vooren sijn persoon
en goederen en de twee laeste de personen en goederen
vande voornoemde kinderen maeckende
de selve alle daer voor subjeckt allen
reghten en reghteren Toirconden desen
bij mij schout voornoemt besegelt ende bij ons
schepenen geteeckent den tweeden

geschreve schout
ende schepenen van
Heemskerck
Annitjen Maertens
en Guertje Maerents
onse buerel[ieden] ende
hebben de ve__

april XVIc ses en tachtich Pieter Janse Varhamme
Cornelis Keijns

bij mij schout ende
secr[e]t[aris]
HJ Bonckenburgh
     1686

opdraghte hier voor ^{hieren vooren} bij Jacob Maerten haere broeder
gedaen van het lant aldaer genoemt ^haer oes toe behoort
hebben[de] aen de h[ee]r m[eeste]r Jan Boelkes, te abprobeeren ende
te ratificeeren, als oock de betaelinge bijde voorn[oemde] Annitjen Maertens
Boelkes aen haere broeder te doen ende voor de evictie ende vrije Guertje Maerents
waernisse te verbinden onse persoonen ende goederen Toirconden desen

geteeckent den 20e maij 1686
  Gerrit Jansz Amels
Jan Krijns

HJ Bonckenburgh
    1686