| Wij Adriaan van Coevenhoven schout tot eemskerck, Dirck Lourisz Cruijswegh en Cornelis Claesz Morsch schepenen aldaer oirconde en kennen, dat voor ons gecomen ende
verschenen sijn, Sijmen Dircxe Oudendijck, Jan Pietersz en Corn[elis] Lourisz Hogewerff in qualite als voogden overt on- mondige kint van saliger Jan Lourisz Hogewerff en Antie Maertens alhier tot eemskerck overleden, de welc- ke bijdesen bekende vercoght quijtgescholden en tot vrijen eijgen opgedragen te hebben, aen en ten behoeve van Jan Arijensz Hogewerff woonende mede alhier een huijs, erff en tuijn met het lant daer bij groot te samen 801 roeden leggende binnen dese banne aende oostersij, belent ten suijden de kinderen van Jonge Louris ten westen de oosterwegh, ten noorden de erffgenamen van Jan Hendricksz, en dat met soodanige vrij en onvrijheden als dito huijs erff, tuijn en lant is hebbende soodanigh het selve bij dito Jan
Lourisz Hoogewerff en Antie Maertens voor desen is ge- possideert en beseten van welcke vercopinge en opdrachte sij comparanten bekende al wel en ten vollen vernoecht voldaan en betaelt te sijn, en dat met een custingbrief op heden gepasseert, stellende daaromme den voornoemde coper in volcomen possessie en eijgendom- me vant voors huijs erff, tuijn en landt, belovende oock het selve ten allen tijden te vrijen en waren van alle lasten paghten renten evictien en creditien daert selve voor dato deses enichsints mede belast ofte beswaart mochte wesen, Alles naar rechten vanden lande en costume van onsen dorpe, Stellende daer- voren ten onderpande specialijck haer persoonen en generalijck alle hare goederen roerende en onroe- rende present en toecomende gene uijtgesondert,
maeckende alle deselve subject alle reghten reghte- ren en executien, Toirconde dese bij mij schout voornoemt besegelt, en bij ons schepenen geteeckent den 21 augustij anno 1691 |