Oud Recht 259 / 241 Heemskerk pdf 26-06-2020 pag. 1

 

Wij Johannes van Coevenhoven,
schout tot Heemskerk, Jan Bos en Louris Groen
lant, scheepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor
ons gekomen en verschenen is, Cornelis Groenland,
out schepen deses dorps, dewelke bij desen bekende
verkogt, quijtgescholde en tot een vrijen eijgendomme
opgedragen te hebben aan en ten behoeven van de heer
Franciscus Theodorus Van Zelts, medecine doctor in de
Beverwijk, een stukje land, leggende binnen desen
banne, genaamt In de Pad ackers, groot 113 roeden,
belent ten suijden Cornelis Arijenz, ten westen de
heer van Marquette, ten noorden de heer van Assen
delft
en ten oosten de Schouwbeek, van welke ver
kopinge en opdragte hij comparant bekende al wel
en ten vollen vernoegt en voldaan te sijn met
nihil, en hebbende de koper geen lasten van voor
gaande jaren op sigh genomen te voldoen, stellende
daaromme den voornoemde heer koper in volkomen
possessie en eijgendomme van het voorsz. stukje
land, belovende ook het selve ten allen tijden te
vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten, evic
tien en creditien, daar het selve voor dato deses eenigsints
meede belast ofte beswaart mogte wesen, alles naar regten
van den landen en costume van onsen dorpe,
stellende daar voren ten onderpande specialijk
sijn comparants perzoon en generalijk alle sijne
goederen, roerende en onroerende, present en
toekomende, geene uijtgesondert, makende alle
 

deselve subject voor alle regten, regteren en execu
tien, 't oirconde deze bij mij schout voornoemt bezegelt
en bij ons scheepenen geteeckent op den 19 September
a[nn]o 1740

J.v. Coevenhoven

Jan Bos
   L Groenlandt


Homepage | E-mail