| Wij Johannes van Coevenhoven, schout tot Heemskerk, Jan Bos en Louris Groen
lant, scheepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verschenen is, Cornelis Groenland, out schepen deses dorps, dewelke bij desen bekende verkogt, quijtgescholde en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeven van de heer Franciscus Theodorus Van Zelts, medecine doctor in de Beverwijk, een stukje land, leggende binnen desen banne, genaamt In de Pad ackers, groot 113 roeden, belent ten suijden Cornelis Arijenz, ten westen de heer van Marquette, ten noorden de heer van Assen delft en ten oosten de Schouwbeek, van welke ver kopinge en opdragte hij comparant bekende al wel en ten vollen vernoegt en voldaan te sijn met nihil, en hebbende de koper geen lasten van voor gaande jaren op sigh genomen te voldoen, stellende
daaromme den voornoemde heer koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voorsz. stukje land, belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten, evic tien en creditien, daar het selve voor dato deses eenigsints meede belast ofte beswaart mogte wesen, alles naar regten van den landen en costume van onsen dorpe, stellende daar voren ten onderpande specialijk sijn comparants perzoon en generalijk alle sijne goederen, roerende en onroerende, present en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle |