Oud Recht 260 / 37 Heemskerk pdf 25-05-2020 pag. 1

 

Wij Johannes van Coevenhoven
Schout tot Heemskerk, Jan Bos en Jan van
Santen
, Scheepenen aldaar, oirconde en kennen dat
voor ons gekomen en verscheenen is, Cornelis Groen
land
, out Scheepen dezes dorps, dewelke bij dezen
bekende verkogt quijtgescholden, en tot een vrijen
eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten
behoeve van Jan de Wit wonende alhier, een huijs
en erff, sijnde een broodbackerij, staande en leggende
binnen dezen dorpe, in de kerkbuurt, daar den
koper jegenwoordigh in woont, belent ten suijden
en westen de gemeene wegh, ten noorden Cornelis
Schoorl
, ten oosten Claas Cornelisz Limme en het
volgende perceel, dit erff is belast met 12 stuijv[er]s
hoendergelt, jaarlijks te betalen, kersavond, op
den huijze van Marquette, Item het noorderste
gedeelte van een huijs en erff, staande en leggende
als boven, belent ten westen het voorgaande per
ceel, ten noorden Cornelis Schoorl ten oosten
de gemeene wegh, ten suijden Claas Cornelisz Lim
me
, en den koper, dit gedeelte van het erff is mede
belast met 12 st[uijvers] hoendergelt, jaarlijks te beta
len als boven. Laastelijk een pakhuijs met het
erff, groot 25 roeden, staande en leggende
als boven, belent ten westen de gemeene wegh,
ten noorden de verkoper, ten oosten de doopsge
sinde in de Beverwijk, ten zuijden Cornelis Dirksz
voorts met sodanige vrij en onvrijheeden, scheij
dinge, onderhout van putten en heijningen etc[etra]
als in de oude brieven van ieder perceel staat
gespecificeert, waar toe de neering van 't bakken
sal werden geexcerceert sulks in
desen word gere
fereert, als meede onder conditie soo lang als in
deeze boven genoemde backerij, de neering van 't
backen sal werden geexceveert, sulks in het huijs
 

 
 
 
solvit den 40 e           
penn[ing] van de koop
som  .  .  .      32 : 5 -
nogh van t                 
hoendergelt       : 15 -
f 33 : -: -
1/10 verh[oogt] f 3 : 6 :

daar den verkoper tegenwoordigh woont, niet
sal mogen geschieden, off gebacken werden, van
welke verkopinge en opdragt hij comparant
bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan
en betaalt te zijn, en dat met somme van 1290
guldens gereet gelt, Stellende daaromme den
voornoemde koper in volkomen possessie en
eijgendomme van het voorschr[eeve] backerij het gedeelte
van het huijs en erff en het pakhuijs met
het erff, belovende ook deselve, ten allen tijden
te vrijen en te waren van alle lasten, pagten
renten, evictien en creditien, daar het selve
voor dato deses eenigsints meede belast ofte
beswaart mogte wesen, alles naar regten van
den landen en costume van onsen dorpen.
Stellende daarvoren ten onderpande specialijk
sijn comparants perzoon en generalijk alle
sijne goederen, roerende als onroerdende present
en toekomende geene uijtgesondert, makende
alle deselve subject voor alle regten, regteren
en executien. T' oirconde deeze bij mij schout
voorn[oem]t bezeegelt bij ons Schepenen getee
kent op den eersten junij a[nn]o 1745.
 

 

J:V:Coevenhoven

 
Ijan Bos

  Jan van Santen


Homepage | E-mail