solvit den 40 e penn[ing] f 1:10: - 1/10 verhoog[t] ": 1: - |
Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Jan van Santen en Sijmen Sierke, schepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verschenen is Cornelis Klaver, wonende alhier aan de Oosterzij, dewelke bij desen bekende verkogt quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeven van Floris Claasz Twisk, wonende in de Kerkbuurt, een stuk teelland, leggende binnen desen banne, genaamt In Waterakker, groot 1010 roeden, belent ten westen Jacob Henneman, ten noorden Jan van Santen, ten oosten Engel Klijbroek en ten suijden de koper. De gemene lands en andere lasten sijn voor reekening van den koper ingegaan met nieuwejaar 1751, van welke verkopinge
en opdragte hij comparant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn en dat mette somme van f 20:-:- gereet gelt. Stellende daaromme de voorn. koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voorz[egde] stuk land, belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dat deses enigsints mede belast ofte beswaart mogte wesen, alles naar regten van den lande en costuume van onsen dorpe, stellende daar voren ten onderpande specialijk sijn compa rants perzoon en generalijk alle sijne goederen roerende en onroerende, present en toekomende, geene uijtgesondert. Makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien, toirconde dese bij mij Schout
voornoemt, besegelt en bij ons schepenen geteekent op den 1 Meij a[nn]o 1751 |