| Wij Johannes van Coevenhoven, schout tot Heemskerk, Jan de Wit en Cornelis Knaap schepenen aldaar, oirconde en kennen dat voor ons
gekomen en verscheenen sijn, Cornelis Capiteijn, woo nende tot Heijlo, als in huwelijk hebbende Maartje Poulis Grasbos voor de eene helft, en Agie Poulis Grasbos, wonende aan Heemskerkerduijn, voor de weeder helft, te samen kinderen en erfgenaamen van Poulus Grasbos, de welke bij desen bekenden, verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoeven van Jan Reijersz wonende aan Heemskerkduijn voornoemt, een stuk teelland leggende binnen desen Banne, genaamt Dirk Willemsz Kroffie, groot 351 roeden, belent ten zuijden haar Edele Groot Mogende Domeijnen, ten westen de Wollenaars beek, ten oosten de Kleijne Houtweg, en ten noorden Cornelis Florisz Twisk de |
solvit den XL
penn[ing]: - f,,:-8: - Xde verhoog[ing] ,,: -:12 | gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de koper ingegaan met nieuwe jaar 1762, Vanwelke verkopinge en opdragte sij compa ranten bekenden al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f16:-.- agereet geld, Stellende daaromme de voornoemde koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voor schreeve stuk land, belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waaren, van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deezes eningsints meede belast, ofte beswaart mogte weezen, alles naar regten van den lande, en costuume
van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onderpande specialijk haar comparantens persoonen en generalijk alle haare goederen, roerende en onroerende present en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle deselve subject voor alle regten, regteren en executien. T' ojrconde deeze bij mij Schout voornoemt beseegelt bij ons Schepenen geteekent den 12e meij a[nn]o 1762 |