| | Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Jan de Wit en Abraham
Kroonenberg, schepenen, aldaar oirconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen zijn, Floris Schermer en Pieter de Vries, in qualiteijt als Armen voogden deezes dorps, dewelke bij dezen bekenden verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeven van Pieter Hoogeboom, wonende alhier op het Hoogdorp, een huijs en erf, staande en leggende binnen deezen Banne op 't Hoogdorp, voorn[oem]t belent ten oosten de sloot aan de Hoog dorperweg behorende de boomen op die weg staande aan den Heer van Marquette, ten westen en noorden de Heer van Marquette voorn[oem]t en ten zuijden de beek scheijdende de Banne van eemskerk en Wijk aan Duijn, belast met een somme van tien gulden, en ses jonge hoenderen
jaarlijks te betalen kersavond voor 't aanstee ken van de kaars op den Huijse van Marquette en alzoo van jaar tot jaar en bij versuijm op alsulke boeten en breuken, als de andere erfpagten op den voorn[oem]de Huijse werden geheeven, zijnde dubbelt na sonnen ondergang en bij geheel versuijm dertig fout met dien verstande dat bij verkoop dubbelt en bij versterf, dat jaar ander half maal 't jaarlijkse regt sal moeten werden betaalt voor 't verboeken alles ten lasten van den koper daar tegens zal den Heer van Marquette, alle ordi naris en extra ordinaris jaarlijkse lasten van 't erf blijven betaalen dog niet van't huijs |
Solvit den XLe Pennin[ing] v[a]n de coopsom adidem van f 10,- sjaars erfpagt en
6 hoenderen getax[eer]t op f1:16 sjaarlijx bedraagt te zame van f11:16:- tegen den penn[ingen] 23 ter somme van f 295 Xde verhoog[ing] | f 6: 5: - f 7: 7: 8 13:12: 8 1: 7: 4 | blijvende sulks tot lasten van de koper voorn[oem]t den selven koper sal ook moeten gedogen en geruste lijk laten gebruijken de notweegen en overpaden gaande na alle de landen ten westen en noorden dit erf geleegen en aan den Heer van Marquette of desselfs successeurs in der tijd behorende als
meede moet de koper de waterloosingen van de landerijen, behorende aan den selven Heer van Marquette, so die nu sijn of gemaakt zullen werden gedogen en gerustelijk laten genieten. De gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de meergemelde koper ingegaan met nieuwe jaar 1771. Van welke verkopinge en opdragte sij comparanten bekenden al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te zijn, en dat mette somme van 250.-.- gereet gelt. stellende daaromme de voorn[oem]de koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voors[chreev]e huijs en erf belovende ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waaren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deeze eeningsints mede belast, ofte beswaart mogte weesen,
alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onder pande alle de goederen en innekomsten toebe horende aan den Armen alhier, so roerende als onroerende present en toekomende geene uijtge sondert, makende alle dezelve subject voor alle regten, regteren en executien. T' oirconde deeze bij mij schout voorn[oem]t besegelt bij ons schepenen geteekent den 9de april a[nn]o 1771 |