solvit den XLe penn[ing] . . .f 4: 7: 8 Xde verhoog[t] : 8:12 |
Wij Adriaan van Coevenhoven schout tot Heemskerk, Jan de Wit en Cornelis Knaap, Schepenen, aldaar ojrconde en kennen dat voor ons gekomen en verscheenen is, Cornelis Florisz Twisk, wonende aan Heemskerkerduijn, dewelke bij desen bekende verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben aan en ten behoeve van Tijmen Kreijnen, wonende mede alhier, in de Kerkbuurt, de helft in een stuk teel land, leggende binnen deezen Banne, genaamt De agter Kroft, groot in't geheel 1963 roeden belent ten oosten Willem Brinkman met de andere of ooster helft van dit perceel, ten zuijden Claas Roosekrans ten westen de Groote Houtweg en ten noorden Willem Brinkman voorn[oem]t. De gemeene lands lasten en
binnenlandse onkosten zijn voor reekening van de koper ingegaan met nieuwe jaar 1772. Van welke ver kopinge en opdragte hij comparant bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f 175.-.- gereet gelt. Stellende daarom me de voorn[oem]de koper in volkomen possessie en eijgendomme van de wester helft in het voorschr[eeve] stuk land. belovende ook dezelve ten allen tijden te vrijen en te waaren van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar dezelve voor dato dezes eeningsints meede belast, ofte beswaart mogte weesen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daarvoren ten onderpande specia lijk sijn comparants persoon en generalijk alle sijne goederen, roerende en onroerende present en toekomende
geene uijtgesondert, makende alle dezelve subject voor alle regten, regteren en executien. T' ojrconde deeze bij mij schout voorn[oem]t besegelt en bij ons schepenen geteekent den 4de februarij a[nn]o 1772 |