solvit den XL ^e    
penn[ing] . . .f 2: 7: 8    
X^e verhoog[t] ,,: 4:12    

Wij Johannes van Coevenhoven,
schout tot Heemskerk, Sijmen Sierken en Pieter
Schipper, Schepenen aldaar, oirconde en kennen dat
voor ons gekomen en verscheenen is, de voorn[oem]^de heer
comparant Dewelke bij deezen in sijn voren gemelde
qualiteijt, bekende verkogt, quijtgescholden en tot
een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan,
en ten behoeven van Cornelis de Vries, wonende alhier
in de Kerkbuurt, een stuk teelland leggende binnen
deesen Banne, genaamt In Water Akker, groot
1007 Roeden, belent ten oosten en suijden Jan de Wit
ten westen Floris Schermer, en ten noorden Willem
Brinkman, met een vrije notwegh over de kroft
toebehorende de voorn[oem]^de Jan de Wit, tot op het Zeelaantje
toe, ende daar en boven nogh een watergangh door deselver
kroft met soodanige vrijheijd om de watergangh op te
maken, item met een watergang die Splinters Kroft
toebehorende Floris Schermer, over, ofte door deeze
kroft heeft, gebruijkt werdende bij Reijnier Jacobsz,
die daar aan nogh vier jaaren huur heeft, als de a[nn]o
1765, 1766, 1767 en 1768, om 9.-.- 's jaars, eens geld,
welke huur den koper sullen moeten presteeren, mits het
regt hebbende tot de huurpenningen. de gemeene lands
lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekeningh
van dezelve koper ingegaan met nieuwe jaar 1765.
van welke verkopinge en opdragte hij comparant
bekende al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en
betaalt te sijn, en dat mette somme van 95.-.-
gereet geld, Stellende daaromme de voornoemde koper
in volkomen possessie en eijgendomme van het voorsz[egde]
stuk land, belovende ook het selve ten allen tijden
 

J.v. Coevenhoven

      Sijme Sirken
Pijiter Schipper