| Wij Johannes van Coevenhoven schout tot Heemskerk Sijmen Sierken en Jan Aker, schepenen aldaar, oirconde en kennen
dat voor ons gekomen en verscheenen sijn, Lou ris Kleijbroek wonende tot Wijk aan Duijn, in sijn privé voor 1/7de part, Claas Rosekrans, wonende mede aldaar, als in huwelijk hebbende Trijntje Kleijbroek insgelijks voor 1/7de part. Nogh deselve Claas Roosekrans, die beneevens den koper in deezen aangestelt sijn tot voogden over Guurtje, Jan, Cornelis, Willem en Leijsbet Kleijbroek, voor de resteerende 5/7de parten, alle kinderen van Claas Kleijbroek en over sulks te samen eenige en algeheele erfgenaamen van Engel Kleijbroek, ingevolge sijn testamentaire dispositie, gepasseert |
solvit den XLe penn[ing] f 3: 2: 8
Xde verhoog[ing} ,,: 6: 4 | voor de notaris Abraham Henrij Casteleijn, en getuijgen in dato, den 26e maart 1765 ons schout en schepenen geëxhibeert en voorgelesen. dewelke bij deesen bekende verkogt, quijtgescholden en tot een vrijen eijgendomme opgedragen te hebben, aan en ten behoe ve van Jan de Wit, wonende alhier, een stuk teel land leggende binnen deezen banne, genaamt in Water Akker, groot 1454 roeden, belent ten oosten de kinderen van Tobias Harmens, ten westen de wed[uw]e Floris Claasz Twisk ten suijden en noorden de koper. Dit stuk land is besaaijt met garst. De gemeene lands lasten en binnenlandse onkosten sijn voor reekening van de koper q.q. ingegaan met nieuwe jaar 1765. Vanwelke verkopinge en
opdragte sij comparanten bekenden al wel en ten vollen vernoegt, voldaan en betaalt te sijn, en dat mette somme van f 125.-.- gereet geld, stellende daar omme de voornoemde koper in volkomen possessie en eijgendomme van het voorsz[egde] stuk land, beloven de ook het selve ten allen tijden te vrijen en te waaren, van alle lasten, pagten, renten, evictien en creditien, daar het selve voor dato deezes eningsints mede belast, ofte beswaart mogte weezen, alles naar regten van den lande, en costuume van onsen dorpe. Stellende daar voren ten onderpande specialijk haare persoonen en generalijk alle haare goederen, en als voogden, de goederen hunner puppillen, soo roerende als onroe rende present en toekomende, geene uijtgesondert, makende alle dezelve subject voor alle regten, regteren
en executien. T' ojrconde deeze bij mij schout voornoemt beseegelt bij ons schepenen geteekent den 7e meij a[nn]o 1765 |