Pieter Ellertssz in Swaech | opt versoeck gedaen bij Dirck Jansz Colen van wegen zijn vadern Jan
Colen oock bij Wouter Florissz van Wijdenisse en Jan Ellertssz van Oosterblocker hebben mijn heeren scepenen over de verlaten goederen ban Pieter Ellertssz lest gewoont hebben[de] in Swach sequister ende curateur gestelt Jan Wormboutssz gedaen in indicie bij Willem Pieterssz, Jacob Rippertssz, Jacob Gerritsz, Cornelis Cornelisz, Henrijck Frederijcssz Nierop ende Augustijn Jacobssz scepenen den Achtsten dach maii 1609 Willem Cornelissz, Wigger Pieterssz ende Jan Jansz Saell alle woon nende in Swaech zijn bij scepenen geordonneert omme te doen taxatie van twee coebeesten toebehoort hebbende Pieter Ellertssz voornoemt voor welcke taxatie Jan Ellertsz wonende in Oosterblocker de zelve twee coebeesten zall mogen hebben behoudelijcken inden
daernaer ijmandt der crediteuren zoude willen voleren onder de taxatie als off daer te laege gedae waere zall Jan Ellertsz affstandt ten behoeve van de crediteuren doen van de twee coebeesten voorsz[egd] off zall der andermaell laten taxeren actum in indicio den elfden dach maij 1609 bij Willem Pieterssz, Jacob Gerritssz, Cor nelis Cornelisz, Heijrijck Fredeijcssz end Augustijn Jacobssz schepenen omme te doen texatie van t huijs daeinnne Pieter Ellertssz voornoemt lestmaele in Swaech gewoont heeft zijn gecom mitteert Willem Cornelissz ende Wigger Pietersz uijt Swaech mitsgaders Theet Pieterssz ende Pieter Heijnssz huijs timmerluijden van Hoorn actum in indicie den darthienden dach maij 1609 bij Willem Pieterssz, Simon Cornelissz, Jacob Cornelissz , Henrijck
Frederijcssz ende Augustijn Jacobssz scepenen |