Oud Recht 4742 / 393 Westwoud pdf13-04-2023 pag. 1

 
 
Quijdschelding
Oosterblokker

393

Wij Pieter Claasz Koorn ende Aris Cornelisz Leeglander
schepenen der stede Westoude cum annex is doen condt dat voor
ons in eijgener peroone compareerde Joris Pietersz Oud woo
nende tot Westerblokker ende gelijde wel ende wettelijk verkogt
te hebben oversulcx quiteerende ende transporteerdende in
een vollen ende vrijen eijgendomme mitsdesen aan ende ten behoeve
van Jan Pietersz Silver wonende aan de Blokdijk in de ban
ne van Wijdenes een akker zaadlandt groot in oncosten
hondert roeden gelegen aan Blokdijk in de banne
van Oosterblokker belent Hendricus Blokker ten oos
ten den kooper selfs ten westen en dat voor liber
ende vrij landt sonder eenigen last ofte beswaarnisse
anders dan de ongelden ordinair ende extraorinair van
den jare 1722 ende vervolgens mitsgaders t geene buuren
en lenden dragen bekennende hij comparant daar
van uijt handen van den voorn[oemd]e cooper bij den hoop
stootvoets met een somma van vijf en twintig car[oli]
guldens ten zijnen contentemente ende genoegen te wesen
geheel en al voldan en wel betaald den laatsten pen
ning met den eersten aanneemende ende belovende
over sulcx voornsz[egde] akker zaadlandt te vrijen ende waren
van alle evictien vordere lasten beswaarnissen op
ende aanspraken als men in gelijken naar regten en
costuijmen deser steden schuldig ende gehouden is te doen
onder verbandt van zijn comparants persoon ende alle
zijne jegenwwrdige ende toekomende geoderen egeene
excempt ten bedwang ende executie van allen regten ende reg
teren sonder bedrog des t oirconde hebben wij schepe
nen voorn[oem]t elk onsen zegel hier onder aangehangen
op den sesden november a[nn]o XVIJc drie en twintig


Homepage | E-mail