424 Custingbrief tot de vorenstaande quijdscheldinge |
Wij Jan Claasz Eggelis ende Claas Pietersz Gonsz schepe nen der stede Westwoude cum annex is doen condt dat voor ons in eijgener peroone compareerde Pieter Eldertsz Bier steker wonende tot Westerblokker ende gelijde voor hem ende zijnen erven bij desen deugdelijk schuldig te wesen aan ende ten behoeve van Joris Pietersz Oud mede wonende tot Westerblokker de somma van vierhondert ses ende twintig car[oli] guldens ten __ Xl grooten vlaams het stuk ter sake ende wegens de coop ende leverantie van een met oost en aalbesse boomen wel beplante thuijn groot in oncosten driehondert negenentwintig roeden gelegen in t westeijnde van Westerblokker met het eijnd aan de Wijzend belent Pieter Claas Schoenma ker ten oosten do[mine] Petrus Erhard ten westen
aanneemende ende belovende hij comparant de voorsz[egde] coop ofte custing penningen te sullen voldoen ende betalen aan houden van den voorn[oemd]e bJoris Pietersz Oud ofte regten houder deses de eene helft nu aanstonts gereet ende de wederhelft op meij a[nn]o 1725 toekomende sonder eenig dilaij exceptie ofte cortinge verbindende hij comparant daar vooren mitsdesen t eenen specialen hijpotheecque ende onderpande de voorsz[egde] thuijn daar deese coop ofte custing penningen van zijn spruijtende mitsgaders zijn comparants persoon en generalijk alle zijne vordere jegenwoordige ende toekomende goederen egeene excempt ten bedwang ende excutie van allen regters ende regteren sonder bedrog des t oirconde hebben wij schepenen voorn[oem]t elk onsen z
egel hier onder aangehangen op den XIJ e junij a[nn]o XVIJc vier en twintg |