48 quijdschelding Binnenwijzend | Wij Jan Claasz Galis ende Cornelis Sijmonsz Roos schepe nen der stede Westwoude cum annexis doen condt dat voor ons in eijgen er persoonen compareerden Joris Pietersz oud wonende tot Westerblokker voor hem self voor de eene helft ende Cornelis Gerbrandsz Schagen wonende in de Bangert onder Westerblokker in huwelijk hebbende Geertje Claas Oud, Pieter Eldertsz Biersteker tot Westerblokker getrouwt aan Marijtje Claas Oud ende de voorn[oemd]e Joris Pietersz Oud ende Willem Walraven als testamentaire voogden over Anna Claas Oud gesamentlijke
kinderen ende erfgenamen van za[liger] Claas Pietersz Oud overleden tot Westerblokker voor de wederhelft ende gelijden sij compa ranten wel ende wettelijk verkoogt te hebben oversulcx quitee rende ende transporterende in den vollen ende vrijen eijgendomme mits desen aan ende ten behoeve van Jan Leendertsz Coopman tot Hoorn de geregte helft van een boerenhuijs en erf met het landt daar agter en ter zijden gelegen te samen groot in strekend engelegen in westeijnde van Binnenwijsend waarvan cooper d weder helft toekomt onkosten ten tien morgen vier hondert roeden ,, belent Cornelis Cornelisz Wouters ten oosten Stijntje Jacobs ten westen en dat voor liber en vrij sonder eenigen last ofte beswaarnisse anders dan de verpond[ing] van een afgebroken huijs en verdere on
gelden ordinair en extraordinair an den jare 1725 vervolgens mitsgaders t geene buuren en lenden dragen bekennende sij com paranten daar van uijt handen van den voorn[oemd]e cooper stootsvoets met een somma van twaalfhondert en vijftig car[oli] guldens ten harne contentemente ende genoegen te wesen geheel en al vol daan ende wel betaald den laatsten penning met den eersten aanneemende ende belovende over sulcx het voorsz[egde] halve huijs erve ende landt te vrijen en waren van alle evictien vorder elas ten beswaarnissen op ende aanspraken als men in gelijken naar regten ende costuijmen deser stede schuldig ende gehouden is te doen onder verbandt van haar comparanten ende het voorn[oemd]e weeskinds persoonen ende alle haare jegenwoordige ende toekomende goederen egeene excempt ten bedwang ende
excutie van allen regten ende regteren sonder bedrog des t oirconde hebben wij schepenen voorn[oem]t elk onsen zegel hier onder aangehangen op den XX maart a[nn]o 1726 |