Oud Recht 4 / 179 Barwoutswaarder en Bekenes pdf 06-02-2015 pag. 1

179

Wij Adolf van der Win Jantz schout Aalbert Vermij en Abtonie Bergthoef schepenen van den Ambagte van Bartwoutswaarder en Bekenes Mr Dominicus Colterus schout Gerrit Hogendoorn en Jacob Boeff Schepenen van den dorp en ambagte van Waarder retorteerende onder de bailluagie van Woerden doen houd en maken kennelijk dat voor ons gekomen en gecompareert zijn Arie van Blokland en Jan Plomp in qualitijt als voogden over de minderjaarige kinderen van Jan van Blokland de welke verklaaren te ceederen transporteeren en met volle regt van eijgendom op te dragen en over te geeven aen en ten behoeve van Johannes Cromwijk die mede voor ons compa- reerde en dese cessie bekent te accepteeren zeekere schoone bovitabele en wel geleege hofsteede en landerijen bestaande in een huijs berge en schuur bepootinge en beplantingen groot ofte verongeldende voor seven en dertigh merge lands zoo weij hooij als teelland waar van ses en twintigh mergen 150 roede zijn geleegen op Barwoutswaarder strekkende voor van ofte uijt de Rhijn tot agter aende Oude Wederinge toe belend te ooste de heer dr Herbert Jan Bosch en ten westen de gemelde heer dr Herbert Jan Bosch en vervolgens de polder mole Wederinge zijnde daar van agt merge lands leenroerigh aende proosdije van Oud Munster te Utrecht te verheergewade als het vervald met seven gulden seven stuijvers ende resterende tien merge 450 geleegen op t oosteijnde van Waarder, strekkende voor van het gemelde land ofte Oude Wederinge tot agter aende Broeker Landscheijdinge toe belend ten oosten de meergemelde heer drHerbert Jan Bosch en ten westen den heer en mr Willem van Strijen Burgemeester der stad Gouda zijnde het zelve belast met een custingbrief van agt en twintigh hondert guldens en specialijk is bevestigt op deze hofsteede en landerijen in dato den 16 juniij 1721 ten behoeven van de

heer Abraham van der Win en Claas Oosterum waar van afgelijd is een somma van negentienhondert guldens als blijkende is op t dorlezen van de zelve cultingbrief sulks daar aen nog resteert een somma van negenhondert guldens de welke nu aen de heer Adolf van der Win Jantz als eenige univerzaele geinstitueerde erfgenaem van zijne oom de heer Abraham van der Win alleen is competeerende voorts vrij en onbelast niets daar op staande ofte uijtgaande als s heere schattinge en ongelden gelijk buure lande booven en beneede doen werdende t zelve bij dese geceedeert met zoondanige serk-tuijten[?] vrij en geregtigheide als t selve hebbende en leijdende is mitsgaders tot not goe gebruijkt en gepossideert is geweest en zij comparante renuncieren en doen verder afstand van alle regt actie op en aenzegginge als hun in haere voortz[egde] qualietijt op dit geceedeerde gecompeteert heeft gehad alles aen en ten behoeve van de acceptant bekenne ook van de vollen coop- penninge ter zomma van drie duijsent drie hondert guldens voldaan en betaald te zijn als namenlijk in contane pennin- gen met een somma van vier en twintigh hondert guldens en nog het restant van ______ de voorn[oemde] kusting- brief ten somma van negenhondert guldens de welke den acceptant ter zijne lasten is nemende met beloften van de trans- portante daer van ten allen tijden te zullen indemneere en bevrijden beloovende zij transportante ook in haar voorsz[egde] qualitijt dit geceedeerde te zullen vrijen ende waaren jaar en dag als erfhoop regt is en alle voorcommen af te doen na costumen van den landen van Woerden in bewijs der waarheijd hebben wij schoute en schepenen voorn[oem]t (na dat ons de betaalinge van den veertigste penning met de tienden verhooginge van dien gebleken was) geschout en dese trancijnenbrief met de onder uijthangende zegels van de gemelde schoute bekragtight actum int regthuijs van Bergwoutswaarden en Bekenes den 7 April 17 twee en sestigh

Adolf van der Win Jantz
Adalbert vermij
Antonie Bergshoef

Dr Colterus
Gerrit Hogendoorn
Jacob Boef


Homepage | E-mail