Wij Jan Zijmonsz Abbekerk emde Jan Zijmonsz Oostwoudt schepenen der stede Abbekekr oirkonden en kennen dat voor ons in eijgener perzonen compa
reerden Jakop Jansz ende Pieter Jansz te Nibux woud mitsgaders Jakop Dirksz op Leek woonagtig de welke zeijden verkogt te hebben en dien volgens in vollen vrijen en erffelijken eijgendom mits dezen te transporteren en te quiteren aan ende ten behoeve van Kornelis Pietersz Boon de oude en jongste broeders te Lambertscage der comparante ge deeleten zijnde het bovenste van de mienscher van Klaas Adriaansz Klaas groot naar de molenmate driehondert roeden leggende in den bedrijve van Lambertscage beoosten het dorp belent met Herman Klaasz erven ten oosten den heer Jakob Spiegelmaker tem westen met zoodanige geregtigheden en servituten ordinare en extra ordi nare gemeeenelants onkosten omslagen en verpondingen
Alse te vooren zijn bezeten voorts en behalven dien voor weilant zonder eenigen meerdern last of bezwarenisse ende bekenden zij comparanten daar ar met eene koe ende twintig guldens aan gelt geheel voldaan en betaalt te zijn belovende over zulks het voorsz[egde] gedeelte lant ende de koopers ofte hunne erven dezen aangaande te vrijen kosteloos en schadeloos te houden voor de evictie en alle andere of aantaal zoo als men vrij goet gehouden is te doen naar regten en costume dezer stede daar voor verbonden zij comparanten hunne perzoonen en goederen die speciaal submitterende de judicature van de vierschaar dezer stede wijders den hove van Hollant en allen anderen regten en regteren geregt en ter goeder trouwe tot bevestiging der waarheijt deze bij ons schepenen ondertekent en door den
heer jongh[ee]r Wouter Chrisstoffel van Lantschot bailjuw en schout dezer stede gedaan zegelen op den dertigsten september des jaars zeventienhondert een en twintig accordeert met de originele onderte kende en bezegelde quijtschelding J van der Hoeve secret[ari]s |