Vergaaderingh van scheepenen gehouden den 27 e december 1758
Trijntje Cornelisz Buijsz in gemeenschap van goederen getrouwt geweest en als nu nage laatene wed[uw]e van weijlen Jan Cornelisz Hogerhuijs gewoont hebbende en overleeden te Hoogtwoude geeft te kennen dat sij ingevolge de aangeevingh van koop in dato den 22 e october 1758 hadde verkogt aan Cornelis Weever woonende onder de jurisdictie van Hoogtwoudt de helfft in een boerenhuijs en erve met elff morgen 518 roeden lands staande ende geleegen inde Hoogtwouder Lagehoeck en voor een gedeelte onder de heerlijckheijdt van Opmeer genaamt en plaats in de Lagehoeck belent de Lagedijck ten zuijden en Ollebrants Bleker ten westen te zaamen en in eenkoop voor de somme van sestien honderd guldens zullende de kooppenn[ingen] bij spiltsinge per rato der mergen taalen
onder de beijde jurisdictien geleegen werden verdeelt zijnde de wederhelffte aan Claas Wit toebehoorende en vermits de voorn[oemde] haar comp[aran]ts overleeden man is komen afflijfigh te worden met agterlaatinge van drie minderjaarige kinderen tot desselffs eijge naamen ab intestato sonder daar over inder tijdt eenige voorpeninge van voogdije te hebben gedaan soo is sij comp[aran]t bij deesen versoekende wed[] agtb[are] approbatie weegens de voorsz[egde] minderjaarige kinderen ter saake van de gedaane verkoop en qualificatie om als moeder en voogdesse over dezelve haare kinderen de voorsz[egde] boerewooninge en landen behoor lijck te trannsporteeren te bedongen kooppenningen te ontfangen over alle namaaninge te caveeren en al t geene verder gerequireert worden zal te doen
rijpelijck hebbende overwoogen approbee ren de gedaane verkoopingh voor de weegens de minder jaarige kinderen en qualificeeren dezelve Trijntje Cornelisz Buijs tot het doen van transport ont fangen der kooppenningen en t gunt vorder gerequi reerdt worden zal |