Oud Recht 5521 / 137 Opmeer pdf 31-10-2020 pag. 1

solvit den 40 e pen[ning]

Wij m[eeste]r Pieter van Bijwaert bailliu ende schout der
heerlijcheijt van Opmeer Pieter Gaefsz ende
Jacob Maijertssz schepenen aldaer oirconden en[de]
kennen dat voor ons gecomen ende gecompareert is
Sijmon Maertssz dijckgraeff van Medemblick methem sterck
maeckende voor
zijn con coijcin ende Pieter Jansz Roodt
woonende tot Hoochtwoudt hem sterckmaeckende voor
zijn susters dochter met haer kinderen ende bekenden
voor haer ende haren erven vercocht opgedragen ende
in vollen eijgendomme quijtgeschouwen te hebben
aen Cornelis Rieuwrtsz Baenman woonende tot Bov[en]ckarspel
ofte den rechten thoonder van desen een seker stuck lants
groot in dijck en schot twee morgen leggende buijten
Gou in dese heerlijcheijt van Opmeer naest belent
Gerrit Cornelissz ten noorden ende Pieter Evertssz ten
zuijden waer van zij versz[egde] comparanten voor haer
ende haren erven bekende al geheel voldaen ende
wel betaelt te wesen den laetsten penninck metten
eersten schelden daeromme t versz[egde] landt vrij ende
quijte zijnn wille daermede te mogen doen soo
het hem gelieven sal belooffde vorders de voorsz[egde]
comparanten t versz[egde] landt te vrijen ende vrij te
waren van alle op spraecken namaningen en interpellatien
nae recht ende costuijme deser versz[egde] heerlijcheijt
stellende tot en vasten onderpande zijn persoon ende
alle zijne goederen roerende ende onroerende jegen
woordich ende toecomende geen ter werelt uijtgesondert
subjecterende die alle ende oock de keure van dien
met alle costen schaden ende interesten daer omme
gedaen ende geleden d executie van alle recht
ende rechteren in kennisse der waerheijt soo
hebbe ick officier voorn[oem]t mijn zegel in rooden
wasse hier onder aen desen brieve gehangen ende
bij de versz[egde] schepenen geteijckent opt eerste maij
anna 1630
eersten julij anno 1630

Pieter Gavessen

Jacob Meijnertsz


Homepage | E-mail