jonge Jan Taems belooft mits deesen voor hem en[de] zijnen erven van Jan Pieter Copperts weegen den voorn[oemde] jonge Jan Alberts te betallen als custinghe op meije an[n]o XVc LXJ voorsz[egd] die som[m]e van seven en[de] tachtich carolij gulden stuck in m[in]ute als voorsz[egd] is tot offcortinge van drie custinge die hij den selven Jan Pieter Copperts schuldich is in kennes van schepen[en] als voors[zegd] is Des gelijcx belooft de voorsz[egde] Allert Dircx en[de] die voorn[oemde] jonge Jan Alberts van Jan Copperts weegen te betalen als custinge op meije an[n]o voorsz[egd] die som[m]e van een en
twintich carol[i] gulden t stuck in m[in]ute als boven
mede het offcortinge van die custinge die dan Pieter Copperts van he compt in p[re]sentij van schepen[en] voorsz[egd] dese voorn[oemde] XXJ carol[i] gul[den] belooft Jan Pieter Copperts den voorn[oemde] Allert Dircx aff te vrijen met alle costen daer op mogen comen in kennisse van schepen[en] alss voors[zegd] is . . . . |