Wij Adriaan Kistemaker baill en schout Adriaan Bakker en Claas Sluijs schepenen der stede en heerlijkhij[t] Spanbroek doen kond dat voor ons gecomp[areer]t is Adr[iaan]Heddesz woonagtig in de Zuijdermeer onder Spanb[roek] voorn[oemd] verklaarde te hebben verkogt en dienvolgende op te dragen en te transp[orter]en aan Corn[elis] Caper daar ook wonende een huijs en erf daar de kooper reeds in woonagtig is bekennende van dito verkooping geheel voldaan en met de somma van 90 g[u]l[den] contant wel betaalt te sijn beloovende mtisdien dat selve huijs en erff te sullen vrijen en waren voor alle evictie op en
aantal die daar aan mogten werden gedaan soo men na regten en costumen deser heerlijken schuldig is te doen onder verband en submissie als naar reghten t oirconde is dese door voorn[oemd] bailluw en schepenen getekent ende uijtegegvene boven dien ook gesegelt op den 20 junij 1725 adriaen Backer C Sluijs mij present
A Kistemaecker secret[ari]s |