d originele custinghb[rief] is mijn geroijeert vertoont bij Trijn Luijtjes d 9 junij 1721 Akistenmaecker | bejaerde d[ochte]r wonende tot Oosterblocker een somme van achthonderd gulden __ oirspronckelijck uijt koop en opdrachte van een huijs met seven morgen
50 roede landt in onkosten daende en gelegne op de Zuijdermeer binnen de jurisdictie van Spanb[roek] belovende gemelde somme custinghpenn[ingen] aen deselve te betalen op den 1e meij a[nn]o 1721 verbindended comp[aran]t daer voren specialijcken d voorsz[egde] huijs met de gekochte landerijen daer bij behoorende en voorts generalijcken alle haare hebbende en verkrijgende goederen onder den verbande als na rechten t oirckonde hebbe ik bailliu en schout voorn[oem]t na dat dese ende brief bij schepenen was getekent mijn zegel daer op gedruckt desen 16 julij 1720 Claas Beeck mij present
Roos AKistemaecker |