Wij Jan Klaver president scheepen
Jacob Groot en Maarten Pronk scepenen
alhier

  doen cond dat voor ons gecompareert is
Teunisje Luitjes wed[uwe] Klaas Portegijs wonende
te Hoogcarspel de welke verklaarden
wel en wettig te hebben verkogt en midsdien
bij dezen in vollen vreien eigendom te cedere
en te transporteeren aan ende ten behoeve
van Cornelis Otis wonende te Zwaag
de 1/2 part in het hout bos genaamt het unjer
met een stuk gras land voor het zelven

solvit - van
     f 900-: -:
XL penn[ing] X^de verhoog
ter somma f 24:15

gelegen over de somerdijk onder de jurisdictie
dezer stede te zamen groot twee morgen
vijv en zeventig roede overmaat 204 roede
belend met Jan Ott ten oosten en Jacob Beerepoot
ten westen met alzodanige lasten
servituten en voorregten als het tot nu
toe gepossideerd en bezeten is geweest

Bekkenende zij comparante voornoemd
van de uitjgeloovde kooppenningen ter somme
negenhonderd gulden contant voldaan
 

53

en wel betaald te zijn de eerste met de laaaste
penningh

beloovende derhalven zij comparante
het doo rhaar verkogte en na getransporteerde
bos en land te^zullen indemneeren en bevrijden
voor alle lasten waar mede het zelve
boven beuren en belendens bezwaart mogte
zijn zo als men naar regten en costume
dezer stede schuldig en gehouden is te doen
onder verband en submissie als naar regten

                        aldus verleden dezen 8^te julij 1798
                          A^o L B quarte
                          en ter oirconde dezes de kolteralle
                          en der brieve van overdragt
                          door ons ondertekent zijnde heeft de
                          president voorn[oem]t ons stedisz zegel
                          in rode wasse daar onder aangehan
                          gen in dato als ut supra

M[aarte] ⁿ Pronk
Jacob Groot
 
 

mij present  
Cornelis Haas 
secretaris