Wij Claas Spaans bailliuw en schout
Heijndrick Pietersz Pellt ende Claas Snipman
schepenen der stede ende heerlijckheijt Spanbr[oek]
oirconden en kennen dat voor ons gecomen ende
gecompareert zijn Anna Jans weduwe van
Corn[eli]s Claasz Kuijck geadsisteert met Pieter
Jorisz haren swager ende Corn[eli]s Gerritsz Backer
haare voochden in desen alle wonende op Spierdijk
in de jurisdictie van Spanbroeck ende bekende
bij desen wel ende deuchdelijck schuldich te wesen
aan ende ten behoeve van de erffgenaamen _verte
 

van Jan Claasz Barsscher overleden tot Hoorn
ofte de rechter houder deses de somma van
acht hondert t seventich carolus guldens te
veertich grooten vllaams t stuck ter cause
ende spruijtenden uijt saake van een obligatie
onder die hant bij de voorn[oem]de Anna Jans in dato den
XXXJ^en maij 1670 ten behoeve van de vorosz[egde]
brasser gepasseert die met het pasceren
deses sal wesen gemortificeert belovende
sij comparante de voorsz[egde] somma over den
jaar na dato deses wederom opte brengen ende
betalen aan handen voorn[oem[t ofte actie van haar
habbende met noch drien veertich gelijcke gulden
en een half voor interest ten ware de
voorsz[egde] somma me tgemoede langer onder haar
wierde gelaten in welcken gevalle de interest
coers ende ganck tegen vijf per sento in t jaar
sal hebben tot de uijtterlijcke voldoeninge incluijs
daar vooren verbindende speciaalijck een
huijs ende erve staande ende leggende tot Spierdijk
voornoemt daar sji comparante jegenwoordich
in ende op woont t erve groot in dijck en schot
vijftich roeden belent Marij Jans ten noorden
ende Outscher Corn[eli]sz Boots ten zuij[d]en noch
een stucke^lant mede gelegen op Spierdijck genaamt
de ackers groot ontrent twee morgen belent
de voorn[oem]de Boots ten noorden ende Anna Jans
wed[uw]^e Jan P[iete]rs Stam ten westen boorts haar
persoon ende generalijck alle hare goederen
niets uijtgesondert subjecterende die allen
rechten ende rechteren actum sonder fraude
des toirconde hebb ick bailliuw en schout

__ ^t den XL penningh
tot f 21,,15,,0

voorn[oem]t na dat dese ende de brieff bij schepen[en]
was geteijckent mijn zegel daar aangehangen
op den XVJ^en julij XVJ^c achtentzeventich
  Heijndrck Pietersen Pelt
    Claes Snijpmans
                        in kennisse van mij secret[ari]s

                                     J van Twuijver
                                                       1678