Willem Thijss wonende binnen Spanbroek heeft opten Ven dec[em]ber XVJc ende twaelf voor
Pieter Corn[eli]s Wijlofs ende Heijndrick Jacobsz van den Acker schepen[en] quijtscheldinge gedaen aen ende ten behoeve van Jan Jansz Coopall van t halve huijs en[de] halve erff groot ses ende veertich roeden lants int geheel daer hij mett voorn[oemde] Jan Jansz gemeen hadden staende en[de] leggende binnen Spanbroeck vers[zegd] in t oest ende belent Coop selfs ten oesten ten westen Claes Jan Claes Olofs cum socij bekende al geheel voldaen en[de] betaelt te wesen den lesten penn[ing] metten eersten belovende t selve te vrijen ende waeren als naer rechte wel verstaende dat d voorsz Jan Jansz Coop t voors[zegde] halve huijs ende halve erff gecost heeft mette belastinge van de helft van drie gulden seventhien stuijvers siaers rente toecomende die arme van Spanbroeck en[de]
is d originele quijtscheldinge bij Joannes Hosius schout bezegelt ende bij de versz[egde] schepenen get[ekend] |