het stuk spruijtende ter saaken van
suijver geleende en aangetelde penninge op intresten gedane penningen ten onsen genoegen ontfangen en genooten renun tieerende vervolgens van den uijtvulgt van onaangetelden gelden en alle andere waar door den deugelijkheijds dese maar enigsinds zoude kunnen worden benadeelt belovende de voorn[oem]de somma van drie duijsend en negenhonderd guldens weder om te zullen brengen aflossen en voldoen heden over een jaar nae dato deses met de intresten tegens drie gulden van t honderd in t jaar ten waare de geheele hooftsom
over met genoegen wedersijds wierd ge laaten in welk den geval de intresten koers en gang zullen blijven behouden tot de geheele hooftsom zal zijn afgelost welke aflossinge zal vermogen en ook moeten geschieden in vrij gang
baar gelt sonder enigen korting hoe genaamt mede malkander bevoorens drie maanden behoorlijke waarschouweinge te doen tot nakoominge van t gune vorosz[egd] verbinden zij comparanten tot een speciaale hijpotheecq een huijsmans woning met seventien morgen en 300 roeden land staande ende gelegen in de Zuijdermeer onder de jurisdictie van Spanbrouk belend met Maarten Sijmonsz ten zuijden en Jan Boods ten noorden als meede alle hunne koeije en verder levendig vee boere gereedschappen huijs raad en inboel niets uijtgesonderd voords generaallijk hunne comparan tens hebbende ente verkrijgene goe deren gene van dien ter weerelt uijtgesonderd deselve subiect maaken de alle regters regteren en speciaal
den indicatueren der steeden ende vrije heerlijkheijd Spanbrouck tot nakoominge van t gundt |