wij Johannes Agricola balliu en schout der heerlijk[ei]t Obdam Sijmon Marcus de Groot en Fop Jansz Stuerman
schepenen aldaar oirconden ne kennen dat voor ons gekomen en gecompareert is geweest Jan Claesz Mans woonagtig tot Swaag de welke bekende ende belijde wettelijk verkogt opgedragen ende quijgeschondente hebben sulks doende mitsdesen aan ende ten behoeve van Volkert Jans Groen woonende op Spierdijk als bij wettige naasting t regt daar toe verkregen hebbendekoper te sijn van een halve cavel lant gelegen inde Wogmeer onder onsen banne sijnde op de caarte getekent B n[ummer]o 11 groot 4 morg[en] 4 roed[en] belent schiipper P[iete]r Swerver ten zuijden Jan de Stom ten noorden en bekende hij comparant van de wettige naaster nu kooper voor de genoemde halve cavel opdragt en quijtscheldinge voldan en wel betaalt te wesen met een somme van agthondert guld[e]p n
contant belovende der halven de gemelde halve cavel lant te vrijen en waren voor alle op of aansprake evictien ofte beswaarnisse waar mede de selve boven buren ofte lendens mogte wesen becommert soo men na regten en costuijmen deser heerlijkh[ei]t schuldig is te doen stellende en vestende daaromme den voorsz[egd]e cooper in een dadelijke n volkomen possessie verbindendedaar voor hij comparant mitsdese sijn persoon en goederen roerende en onroerende present en toekomende geen exempt en ten oirconde hebb ik balliu voorsz[egd] mij zegel onder den principalen gehangen die wij schepenen getegekent hebben als ook hier nevens onse balliu den 9 julij 1700 |