Wij Johannis Agricola balliu en schout der 'heerlijk heitObdam Jan jansz Twisk en Sijmon Marcusz de
Groot schepenen aldaer doen te weten dat voor ons gekomen en gecompareert sijn Neel Cornelis wed[uw]e van Jan Dielfsz met haar enig kint Griet Jans wed[uw]e van haar zelfs en haar zoon beijde woonende op Spierdijk welke comparanten gesamentlijk verklaarde in de ordinare veijlinge laast tot Obdam hadden verkogt ende nu bij desen quamen te cederen en transporteren aan en ten behoeve van Cornelis Boots woonagtig in de Wogm[ee]r een stuk lant in onse banne genaamt de Herne groot gemete 680 roed[en] 9 voet belent m[eeste]r Pieter Groen ten zuijden Lijs P[iete]r Ouces arme bespreck ten noorden voor welke verkoopinge bespreck ten noorden voor welke verkoopinge item cessie en transport sij comparanten bekenden van de voorsz[egde] kooper geheel en al ten vollen
voldaan en wel betaalt te wesen met een somme van vijfhonder en drie vijftig g[u]l[den] 4 st[ui]vers is als dan gehou voor de laaste helft drie percent alles in contant betaalt de roed[e] gerekent volgens koop op 16 1/2 st[uiver]s en is de gemelde kortinge geschiet bij accooort beloovende dienthalven sij comparanten t gemelde lante indemneren en vrijen voort allen op en aantaal evictien ofte beswaarnissen waar mede t selve lant boven buren ofte lendens soude mogen wesen becommert gelijk men na regten en costuijmen deser heerlijkheijt schuldig is te doen alle sonder verbant van haare comparanten personen en goederen roerende en onroerende hebbende en nog verkrijgende geen exempt vorders onder verbant en submissie als na regten en ten oirconde hebben ik balliu voorsz[egd] mijn zegel
onder den principalen gehangen die bij ons schepenen getekent is als ook hier nevens onse balliu |