| wij Johannes Agricola balliu en schout der heerlijk[ei]t van Obdam81 Jacob Cornelisz Schraap en Fop Jansz Stuerman schepenen aldaar oirconden en kennen dat voor ons gecompareert ende gekomen zijn den e[erbare] Pieter Hoots notaris en procureur tot Purmerend en Pieter Jans Mieses als last en procuratie hebbende gepasseert voor den notaris Willem Baars residerende mede tot Purmerend in dato den 16 nov[ember] 1695 van Aarjen Jans Mieses en Pieter Jans Mieses wonende in de Wormer kinderen van Jan Cornelisz, Gijsbert Cornelisz als getrout met Maartje Claas wonende in de Wormer alle te zamen in dier qualite voor haar selven
en[de] haar sterk makende en de rato caverende voor Cornelis Claasz wonende tot Heijloo zijnde die met de voorn[oemde] Geertje en Maartje kinderen van wijlen Claas Cornelisz als mede voor Adriaan Cornelisz Mieses als vader ende voogt van zijn minderjarige dogter Neeltje Adriaans wonende inde Wormer voorn[oemd] mitsgaders voor Griet Jacobs ende Jan Jacobsz beijde wonende tot Heijlo kinderen van Aaltje Cornelis alle meede gesub stitueerde erfgenamen van Jannetje Cornelis geweest huijsvrouw van Claas Zijbrantsz Schuijtm[ake]r in haar leven gewoont hebbende tot Hoorn mitsgaders Cornelis ende Pieter Sijmons Hulk kinderen van Sijmon Cornelisz Hulk ende Pieter Jacobsz als in huwelijk hebbende
Maartje Sijmons dochter van Sijmon Hulk voor haar zelven ook Wijert Hermensz wonende in de Beemster mede voor zijn zelven als fidecommisser erfgenaam van Claas Zijbrantsz en Gerrit Willems Pot voor zijn zelven en Maarten Hasen als in huwel[ijk] hebbende Meijoorije Zijbrants als voogden van Cornelis Zijbrants, Diewertje Zijbrants en Ijsbrant Zijbrants kinderen van Zijbrant Cornel[i]s Manshooft en Stijntje Willems Pot in haar leven egte luijden gewoont hebbende tot Hoorn als erfgenamen van Maartje Koopmans mitsgaders nog de voorn[oemd]e Pieter Hoots en P[iete]r Jans Mieses als laste en procuratie hebbende geapsseert als voren in dato den 4 julij 1695 en Jan Cornelis en Adraan Cornelisz voor haar zelven en haar sterk makende en de rato caverende voor haar
suster Aaltje Cornelis Mieses te zamen erffen[amen] van maartje Koopmans alle en welke copmaranten verklaarden wel ende deugdelijke te hebben verkogt ende bij desen tot een vrijen volkomen eijgendomme op te dragen aan ende ten behoeve van Cornelis Elbertsz Boots wonende in de Wogmeer een stuk lant gelegen in onse banne genaamd het Langelant groot gemete 999 3/4 roed[en] belent Dirk jans Pittes noord Guert Allerts wed[uw]e zuijd en bekenden zij comparanten daar van voldaan en wel betaalt te wesen met een zomme van seven hon[der]t een g[u]l[den] 12:12 is als dan volgens accoort voorde laane termijn 3 per cent gekort belovende derhalven t voorn[oemde] lant te vrijen en waren van alle lasten en beswaarnissen waar mede het zelve boven burende
landens mogte zijn bekommert alles onder t verbant van hare personen en generalijk alle hare bebbende en nog verkrijgende goederen in qualite deselve subject makende alle regters en regteren en ten oirconde hebbe ik balliu en schout voorsz[egd] mijn zegel onder den principale gehangen en bij ons schepenen getekent als ook gezamentl[ijk] te protocoll huijden den 22 aug[ustsus] 1696 |