Fo[lio] 14

wij Johan Agricola bailliuw en schoudt
der heerlijkhijdt Obdam Jan Maarts en
Corn[eli]^s Raar schepenen aldaar doen te weten
dat voor ons gecomp[areer]^t is Willem Jakobs
wonende op Spierdijk de welke verklaarde wel
en deugdelijk schuldig te sijn aan Cornelis Boots
in de Wogmeer de zomme van een hondert
en vijf en seventig gulden spruijtende ter zake
van gereede aan hem comparant zoo veel aan
getelde penn[ingen] tot sijn genoege ontfangen in goede
gangbaren gelde belovende die te betalen kost

solv[i]^t den XL p[enning]

en schadeloos over een jaar na dato deses of
tot vermaninge mits elkander drie maanden
van te voren waarschouwende en dat met den
intrest van dien tegen vier van t hondert in t
jaar ingaande op heden den 15 maardt 1732
en gedurende tot de volle en effectuele voldoe
ninge toe en dat vrij geldt sonder eenige korting
van 200^ste: 100^ste: 50^ste: minder ofte meerder
penn[ingn] hier voren verbindende hij comp[ara]^nt specialijk
eerst de 7/8 in een huijs en werf staande en gelegen
op Spierdijk belendt Gerrit Kramer ten noorden en
en Corn[eli]^s Jans Kolis ten zuijden nog de 7/8 in drie stuckies
landts gelegen in de polder van Obdam het eene gen[aamt]

de Tienhondert belendt Rentenaar ten zuijden en ten noorden het tweede
genaamdt de Bulte belendt de eijgenaar ten zuijden de off[icie]^r agricola noort
het derde genaamt de oude acker belendt de eijgenaar ten noorde en Cornelis
Jans ten zuijden en voorts generaal sijn persoon en goederen gene
uijtgesondert submiterende deselve ten bedeange van alle's heren hove
regten en regteren in teken der waarhijt is d uijtgegevene deses door
den off[icie]^r voorn[oem]^t gezegelt en bij schepenen gelijk dese ondertekent

op den 23 dec[em]b[er] 1732

Johan Agricola
Jan Maers en
Cornelis Raar

Gerard Post
    secret[ari]s