solvit den XLen penn[ing] etc[etra] |
ten zuijden van welke verkoping ende transport den comparant verklaarde algeheel voldaan ende wel betaalt te zijn den laatsten penn[ing] met den eersten en dat met een zomma van veertien hondert gulden en drie koejen belovende oversulks het voorsz[egde] huijs en werv te zullen vrijen ende waren voor alle evic tien op en aantaal die daar op souden
mogen werden gedaan soo men na reg ten ende costumen deser heerlijkhijt schuldig is te doen daar voor verbindende zijn comp[aran]ts persoon ende goeeren geene van dien uijtgesond[er]t stellende dezelve tenbedwange van alle 's hee ren hoven regten ende regteren in teken der waarhijt is de uijtgegeven deses door de off[icie]r voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen
gelijk dese geondertekent acutm den 16 |