solv[i]t den XLen p[en]n[ing] etc[etra] | belovende oversulks het voorsz[egde] huijs en werv te zullen vrijen ende waren voor alle evictien op en aantaal die daar op soude mogen werden gedaan soo men na regten ende costuijmen deser heerlijkhijt schuldig is te doen daar voor verbindende zijn comp[aran]ts persoon ende goeeren geene van dien uijtgesondert stellende dezelve tenbedwange van alle 's heeren hoven regten ende regteren in teken der waarhijt is de uijtgegeven deses door den de off[icie]r voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen gelijk desen geondertekent acutm den 13 april |