solv[i]/t den XL penn[ing] met f 27-12-8 1/10 f 2-15-4 | kende den comparant algeheel voldaan en wel betaalt te zijn den laatsten penning met den eersten en dat met een zomma van elfhondert en vijf gulden belovende over sulks het voosz[egde] lande te zullen
vrijen ende waren voor alle evictien op en aantaal die daar op soude mogen wer den gedaan soo men na regten en costuij men deser heerlijkhijt schuldig is te doen daar voor verbindende zijn compa raats persoon ende goederen geene van dien uijtgesondert stellende deselve ten bedwange van alle heeren hoven reg ten ende regteren in teken der waar hijt en de uijtgegeven deses daar den officier voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen geondertekent actum den 10 januari 1755 |