Oud Recht 5601 / 339 Obdam pdf 17-04-2023 pag. 1

    339
zegel f 2-8-0

Wij Gerard Post Bailliuw en schout
der heerlijkhijt Obdam Jan Maars en
Corn[elisz] Bijkerks schpenen aldaar doen te
weten dat voor ons gecompareert is
Jan Huijbertsz wonende te Wadwijde
de welke verklaarde te hebben verkogt
en dien volgende op te dragen ende trans
porteren aan Jan Jansz Boots wonende te Wadwijde
op Spierdijk een stuck landt leggende in
Obdam genaamt het Oever groot circa
f 2000 roeden belent met Corn[eli]s Boots
ten noorden en Jan Schoen ten zuijden
van welke verkoping ende transport be
kende den comparant algeheel voldaan
en wel betaalt te zijn den laatsten penn[inge]n
met den eersten en dat met een zomma
van zeventien hondert en vijftig gulden
in drie meijdagen te betalen als de eerste

solv[i]t den XLe pen[ning]
en 1/10 verh[oging]
met f 43-15-0
1/10 - f 4- 7-8

termijn den 1 meij 1756de tweede meij 1757
en de laatste of derde termijn den 1 meij 1758
met welke zomma ende conditien verklaar
de den comparant te nemen volkomen
contantement ende genoegen belovende
over sulks voorn[oemde] stuck landt te zul
len vrijen ende waren voor alle evictien
op en naetaal[?] die daar of soude mogen
werden gedaan soo men na regten ende
costuijmen deser heerlijkhijt schuldig is
te doen
daar voor berbinden zijn comparants
persoon ende goederen geene van dien uijt
gesondert stellende deselve ten bedwange van
alle heeren hove regten ende regteren
in teken der waarhijt is de uijtgegeven debit
door den off[icie]r voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen
gecondertekent actum den 8 maart 1756

Gerard Post
Jan Maers


Homepage | E-mail