zegel 2 g[u]l^en 8 st[uivers]

Wij Gerard Post Bailliuw      pag 81
en schout der heerlijkhijt Obdam Jan
Twisck en Oolf Backer schepenen aldaar
doen te weten dat vor ons gecompareert
zijn Jan Lindeboom van Zijdwint Corn[eli]
Lindeboom van Hoogtwout Ariaan Groot
van Lammerschagen Ariaan veken en Claas
Comen van Abbekerk Trijntje Jans van
Hauwert Corn[eli] Schouten van Obdam
Corn[eli] Bruijgen van medenblicq in die bijde
zig sterk makende ende rato caverende voor
Jan Krijtman van Medenblicq nog P[iete]^r Jansz

solvit den XL^e
penn[ing]

van Obdam Corn[eli] Kool en Corn[eli] Raijerts
van Eerswoutgesamentlijk erfgenamen
van Pieter Oolfs Lindeboom en Barber Jans
in hun leven egtelieden de welke verklaarden
verkogt te hebben in dien volgende op te dra
gen ende transporteren aan Corn[eli] Boots
wonenden onder Obdam een stuck lant gen[aam]^t
het Oever groot 2084 roeden belent
Ariaan Smack ten zuijden en Corn[eli] Kelis
ten noorden van welke verkoping in de

transport bekenden de comparanten al geheel voldaan en
wel betaalt te zijn den laatsten penn[ing] met den eersten
belovende oversulks het voorsz[egde] stuck landt te zullen
vrijen ende waren voor alle evictien op en aantaal die
daar op zoude mogen werden gedaan soo men na regten
ende costuijmen deser heerlijkhijt schuldig is te doen
daar voor verbindnde hunne comp[aranre]^r personen ende
geoderen geene van dien uijtgesondert dezelve stellende ten
bedwange van all heren hoven regten ende regteren
in teken der waarhijt is de uijtgegevene deses bij den
officier voorn[oem]t gezegelt en bij schepenen geondertekent
gedaan den 24^e april 1736     Gerard Post
                                                          Jan van Twisk
                                                             Oolf Bakker