Oud Recht 5601 / 90 Obdam pdf18-04-2023 pag. 1

90
zegel f 1-4-0

wij Gerard Post bailliuw en schout
der heerlijkhijt Obdam Jan van Twisk
en Olof Backer schepenen aldaar doen te
weten dat voor ons gecomp[areer]t is de h[ee]r
Henricus van Wijkwonende tot Alcmaar soo voor hem zelven mits
gaders als last ende procuratie hebbende van
zijn moeder vrouwe Maria Theresia Couseband
wed[uw]e wijlen den h[ee]r Matthias van Wijk vermo
gens sekere procuratie gepass[eer]t voor den not[ari]s
Dirck Zevenhuijsen en sekere getuijgen tot Alcmaar
op den _______ 23 april 1736 en aan
ons geexhibeert de welke verklaarde soo voor
hem selven als in qualite voorsz[egd] te hebben verkost
en dien volgende op te dragen ende transporteren
aan Corn[eli]s Boots wonende in de Wogmeer
onder Obdam de helft in een cavel landt leggende
in de Wogmeer onder Obdam zijnde B N[ummer]o 7

solvet den XL e
       penn[ing]

groot de 1/2 4 morge 68 1/2 roeden nog de 1/3 in een
cavel gelegen als voren zijnde D N[ummer]o 11 groot de 1/3
2 morgen 391 roeden van welke verkoping ende
transport bekende den comp[aran]t algeheel voldaan en
wel betaalt te zijn den laatsten penn[ing] met den
eersten belovende over sulks de voorsz[egde] landerijen
te zullen vrijen ende waren voor alle evictien
op in aantaal die daar op zoude mogen werden
gedaan soo min na regt en inde costuijmen deser
heerlijkhijt schuldig is te doen
daar voor verbindende zijn comparants mits
gaders de voorsz[egde] vrouwe constituante personenen
ende goederen geene van dien uijtgsondert deselve
stellende ten bedwange van alle 's heeren hoven
regten ende regteren in teken der waarhijt is
de uijtgegeven deses bij den officier voorn[oem]t gezegelt

en bij schepenen gelijk dese geondertekent aldus
gedaan ende opgedragen op den 2e meij 1736

 

Gerard Post
Jan van Twisk
  Oolf Bakker


Homepage | E-mail