186 den XXen Aprilis 1573 . . . . . . . . . . . . Schepenen wijsen Cornelis Jansz Molenaer gelt ofte pand toe van Willem Dissels ter somma van V g[uld]en VJ st[uiver]en VIJ duijts verlijdt gelt ende uuijt saeck Willem Dissels nijet en heeft gecompareeert soe heeft Cornelia Jansz selver pand gewesen aen twie koijen dien hij meende Willem voirzeijd toe te behoeren staende tot Piet Meijns . . . . |