Pieter Dircksz Backer als voecht van Diewer Wouters heeft gelt of pandt gheeijscht uuijtet sterfhuijs van Cor-
nelijs Sijmonsz Damlop sa[liger] m[]e die somma van XIJ grt roerende van geleenten penninghen / coemen die erfgenamen voors[chreven] niet ende leggen dese vernoemde penningen op off wijsen daer pandt voor of hij selff pand mochte wijssen ende heeft vonnis versocht soe hebben schepenen bij vonnis ghewesen. Comen die erfgenamen voorzeijd niet ende wijssen daer pand voer Dat Pieter Dircksz voors[chreven] selff pandt soude wijssen soe heeft Pieter Dircks voors[chreven] selff pand ghewessen midt t overschot op s_-sz__ ende het is gewesen dat hij daer mede mochte ontslaen voort tot Schepens schattinck. . . . . |