den vierden februarij anno XVc ses ende t sestich . . . . . . . . Aerian Wouters wijst Cornelijs Jansz Molenaer pand an een bed ende voort toe schepens schepens schattinck voer die somma van 14 gul[den] berekende penningen. Gheschiet ter p[re]sentije van Jan Dircksz als schepen. Soe hebben schepenen Cornelijss Jansz voorzeid toegeschat alle de voorn[oemde] Aerian Wouters sijn bedden met sijn toebehooren voer die somme als vooren. |