Op huijden den XIXen martije an[n]o XVc vier ende tachtich
. . . .
. . . .
. . . .
Jan Louwrisz van Harinchuijsen als gemacht van Glatges erffge namen is gewesen bij vonnisse van schepenen als dat eenen Jan Cornelisz van Harinchuijsen is twisken hier en veertien dagen sal gelt off uuijtleg hebben contra Dirck Jansz ende Maerten Jansz Keuck ter causse een kustingbrieff dien bijden schepenen van waerden is gewesen