122
Op huijden den vijffden zesten augustij anno XVc vier ende tachtich . . . . . . . . . . . . . . . . Is ghewesen bij vonisse van schepenen soeveer als dat soeveer Jan Cornelis van Harinchuijsen twisken hier ende VIIIJ dagen nijet en coemt ende kent inden coop nijet bedongen te zijn als Dirck Jansz Kuecx alhier in juijdijtije aledgeert dat Dirck Jansz Kueck in sulcken gevalle zijn clachte gewonnen heeft . . . . . . . . |