. . . .
Dirck Jansz den ghed[aagd]e ghe doende zijn defentie q[on]cludeert tot apsolutie
schepenen houden d saeck in advijs
Dirck Claesz Backer soe hij procedeert eij[ss]er q[on]tra Jacop Hillebrantsz ende Dirck Jansz Keuck ged[aagd]ens om t antwoorden
Jacop Florisz van Alcke made eij[ss]er
in state XIIIJ d[age]n
q[on]tra Aerian Corn[elis]z ter Dieck ghed[aagd]e om boort te proce deren nopende die huier van t
lant