| . . . . Demist voord ged[aagd]ens alvoren te antwoorden versoect copije uijt de
respective op deuchten waer op den esijch is gefondeert Brederode voorde eeij[ss]er zeijt dat een van de ged[aagd]ens zelfs d orginele opdracht breive in hande is hebbende schepenen consenteren de ge[aagd]ens de versochte copij | . . . . Willem Pietersz Fecke als possesseur van het middelste van seeckere drie huijsen staende besijden den anderen alhier opde lagesijdt tegens over de kerck toebehoort hebbende Martigen Pieter Feckes zijn overleden moeders groot moeder in dier qualite eij[ss]r
Sijmon Ariensz Roscam ende Corn[elis] Jansz Slotem[ake]r als ijder een van de twee huijsen besittende ende inder qualite ged[aagd]ens den eij[ss]r conclud[eer]t dat de ged[aagd]ens sulen werden gecondemneert elcx voor een vierde paert met hem eij[sse]r te moeten contribueren tot het vermaecken van een rijbrugh over de Gauwsloot gelijck oock bij haer moet werden gemaect ende onderhouden volgens opdracht brieve voor schout ende schepenen deser stede gepasseert dato den 10en novemb[er]
1562 ende den rato aen de zijde van Corn[elis] Jansz date den 11en junij 1649 en waer van zij ged[aagd]ens nu schijnen te willen blijven ingebreecke en bij refuijs oft weijgeringe dat haer ged[aagd]ens de voors[chreven] overreedt zal werden ontseijt ende hij eij[sse]r geadtmitteert deselve brugh dan int geheel t sijnen costen te doen sic maecken doch aller mette costen vant proces |