Vierschaer ghehouden den XIIJen junij 1605 Jan Sijvertsz als procu[reur] van de weeskinderen van Maritgen Jacobs d[ochte]r gheprocreert bij Ludolphus Poterus recktoor de latijnscher scholen tot Alckmaer versoeckt dat schepenen zullen ghelieven te tehmijneren die qustie uuijtstaende tusschen d vers[chreven] kijnderen ende Aerian Corn[elisz] Schippers daer van die stucken al overlange onder de secretaris zijn ghefuneert schepenen houden d saecke in advijs verclaeren wijder dat bij schepenen advijs q[on]sultatie van rechtsge leerden zla worden ghenomen tot coste mette en last vande penn[en]
procedeerende vandt vercochte landt ende dat dienvolgende schepenen sullen recht doen . . . . . . . . |