An[n]o LVIIJ . . . . Op huijden den XIJen september XVc LVIIJ soe compereerde Claes Heijnes Uitschot ende verwilchorde van wegen Cornelis Claesz sijn zoon Jonghe Jacob Cornelisz als voochtvan Marijtgen sijn suster schuldich te wesen die somme van hondert karolus guldens veertich grooten voorn[oemde[erbare] gulden . . . . |