folj 81 . . . . . . . . Dirck Jansz Keuck bekent vercocht te hebben aen Havick Rijckert van V[o]llenhove een acker saedtlants leggende in onse banne achter d huijse op die hoochsijde belendt hebbende hij comparant selfs ten westen Willem Dircksz Keuck
ten noorden ende Albert Barensz ten oosten bij den hoop stooten metten voet comende tot aende stammen van Buijs Doorn achter d boomgaert van Willem Dircksz voor die somma van vierhondert vijff ende twintich k[aroli] guld[en] en van XL groote vl[aam]s t stuck met voor met een vrijganck oude reedt tot op sheeren straet door den aen van Jan Reijersz Schagen tot op 's Heerenstraet |