folj 89 hebben Claes Claesz Buijten ten noort westen Drick Corn[elis] Wijerts ten noordt oosten en Jan Claesz Oterlijck ten suijt oosten voorts al haer andere goeden etc[etra] volgens den
quijtschelding gepasseert voor Gerrit heertsz ende Cornelis Cornelisz schepenen den VJen maertij 1608 Dirck Jansz Keuck verbindt t selve huijs voor de kustinge ter somma van drie hondert vijftich gulden te betaelen vijftich gulden groot de rest op twe kerstiden etc[etra] volgende den custingbrieff in date uijt supra verbint noch seven geers in de uuijter ven leggende boven paedt belendt Maritien Sijgers ten oosten Jan Huijberts weche den erven ten westen etc . . . . |